In het vorige deel van de cursus “Beleggen voor Beginners” vertelde ik je waarom ik en vele andere mensen wereldwijd kiezen om te beleggen. De mogelijke rendementen zijn vele malen hoger dan wanneer je zou sparen. Daartegenover staat echter wel dat je een bepaald risico loopt.
In dit deel van de cursus leg ik je de basis begrippen voor beleggers uit. Na het lezen van dit deel weet je wat de beurs, een aandeel, een obligatie en een ETF is. Ook heb ik een interessante begrippenlijst voor beleggers, die je er altijd bij kan houden wanneer je ingewikkeld artikelen of video’s over beleggen leest of kijkt.
Wil je snel naar het juiste deel van deze pagina? Gebruik dan onderstaande links:
- Wat is een aandeel
- Wat is de aandelenbeurs
- Wat is een index
- Wat is een obligatie
- Wat is een ETF
- Begrippenlijst voor beleggers
2.1 Wat is een aandeel?
We gaan dus eerst in op wat aandelen zijn en wat de beurs is. Vervolgens vertel ik je meer over een index, obligaties en ETF’s.
De geschiedenis van aandelen
Geloof het of niet, maar aandelen vinden hun oorsprong in Nederland. In de 17e eeuw trokken Nederlanders met de VOC over de hele wereld om te handelen in goud, kruiden, porselein en stoffen. Het was niet goedkoop om deze reizen over de hele wereld te maken. Om de reizen te kunnen betalen, richtte de VOC zich op burgers die vermogen hadden om te investeren in de reizen. Deze vermogende burgers kregen als beloning een deel van de winst die de VOC met haar reizen maakte. Het recht op deze beloning noemde je een aandeel.
Door deze investeringen kon de VOC steeds verdere reizen maken waardoor de winsten toenamen voor de VOC zelf en de investeerders die de VOC steunde. Ondanks dat de VOC een bloederige geschiedenis kent (slavernij), toont het ook de ondernemende mentaliteit van de Nederlanders uit die tijd.
De aandelen in de VOC werden onderling door burgers verhandeld. De aandelen wisselde van eigenaar in cafe’s, op straat en in andere publieke gebouwen. Op die manier ontstond, zonder dat ze het zelf door hadden, de eerste aandelenbeurs.
Vanaf die tijd zijn steeds meer bedrijven aandelen gaan uitgeven om investeringen in hun bedrijfsvoering te financieren. Op deze manier kunnen bedrijven blijven innoveren en vernieuwen.
De aandelenbeurs is zo groot dat er tegenwoordig hele opleidingen, carrièrepaden en televisiekanalen zijn toegewijd aan het begrijpen van de aandelenbeurs.
Dat is niet geheel onlogisch, er valt namelijk een hoop geld te verdienen (of verliezen) in de aandelenbeurs.
De aandelenbeurs van nu is wel vele malen ingewikkelder dan de aandelenbeurs van honderden jaren geleden. Er zijn duizenden bedrijven die aandelen uitbrengen op honderden aandelenbeurzen. Ook zijn er tal van andere financiële producten zoals turbo’s, CFD’s of obligaties die te verhandelen zijn (meer hierover later in dit deel van de cursus).
De onderstaande video (Engelstalig) legt in mijn ogen heel eenvoudig uit wat een aandeel nu precies is.
Wat is een aandeel
Een aandeel is eigenlijk een stukje eigendom van een onderneming. Het is een eigendomsbewijs van een (evenredig) deel van een onderneming en geeft het recht op een evenredig deel van de winst die de onderneming maakt. Als je bijvoorbeeld één aandeel KPN hebt, ben je voor ongeveer een viermiljoenste eigenaar van KPN. Er zijn namelijk ongeveer 4.000.000 aandelen van KPN op de markt.
Deze aandelen zijn door KPN uitgegeven. Bij het uitgeven van deze aandelen heeft KPN een vermogen ontvangen wat ze kunnen gebruiken voor de financiering van innovaties en vernieuwing.
Aandelen kan je via de aandelenbeurs aankopen. Op deze aandelenbeurs verruilen beleggers aandelen door deze te kopen en te verkopen. Vroeger waren er fysiek handelaren aanwezig op de beurs, tegenwoordig gaat vrijwel alles digitaal.
Je kan niet zelf ‘naar de beurs gaan’ en een aandeel kopen. Hiervoor heb je een broker nodig. Een broker is een tussenpartij die de aandelen voor jou koopt of verkoopt. Dit kan via je eigen bank zoals ABN, Rabobank of ING. Het kan ook via een broker zoals DEGIRO of BUX Zero. Deze brokers richten zich puur op het servicen van beleggers.
Wie bepaald de prijs van een aandeel?
De prijs van een aandeel wordt bepaald door ons beleggers. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Je kan het het gemakkelijkst vergelijken met auto verzamelaars.
Stel, je koopt mooie cabrio waar er slechts enkele per jaar van worden gemaakt. Deze cabrio kost je €20.000. Na enkele jaren laat de producten weten te stoppen met het produceren van de auto, er komen dus géén nieuwe modellen bij. Jouw cabrio stijgt in waarde en is inmiddels €30.000 waard geworden.
Je kan ervoor kiezen om je winst te nemen en je cabrio te verkopen. Je hebt dan €30.000 – €20.000 = €10.000 winst gemaakt. Je kiest er echt voor om de cabrio te houden, wellicht wordt hij wel meer waard! Er is weinig aanbod, dit model auto wordt nauwelijks aangeboden. Er is wel veel vraag, want het is een geliefd model onder verzamelaars. Na enkele jaren is je auto €40.000 waard, hij is dus in waarde verdubbeld!
Maar dan komt het grote nieuws. De producent van de auto heeft een giftige verf gebruikt die voor allerlei vervelende ziektes kan zorgen. Het blijkt dat het heel ongezond is om deze auto in je garage te hebben staan. Alle eigenaren willen direct van hun auto af (groot aanbod), maar niemand wil zo’n giftige auto kopen (lage vraag).
De waarde van de auto daalt enorm hard en ze worden voor €5.000 verkocht aan een enkeling die het wel aandurft om zo’n giftige auto te strippen en opnieuw op te bouwen.
Jouw auto heeft dus nog maar een waarde van 25% van de originele aankoopprijs. Je maakt dus flink verlies.
Met aandelen werkt het precies hetzelfde. Wanneer een bedrijf het goed doet en flinke winsten verwacht, zal de waarde van een aandeel stijgen. Er zijn veel mensen die het bedrijf willen kopen (hoge vraag), maar er zijn weinig mensen die van hun winstgevende aandeel af willen door het te verkopen (laag aanbod).
Komt er ineens slechts nieuws naar buiten zoals bijvoorbeeld het diesel schandaal van Volkswagen? Dan wil niemand het aandeel meer hebben (lage vraag), terwijl de aandeelhouders van het aandeel af willen voordat ze verlies maken (hoog aanbod). Het gevolg? De waarde van een Volkswagen aandeel daalde in enkele maanden met meer dan 60% in waarde van €260 naar €100 per aandeel.
Niet omdat Volkswagen de prijs van een aandeel omlaag gooide. Nee, omdat er ontzettend veel aanbod en weinig vraag ontstond. Wij als beleggers bepalen dus met z’n alle wat de prijs van een aandeel is.
2.2 Wat is de aandelenbeurs
De naam aandelenbeurs zegt het eigenlijk al een beetje. Dit is de ‘markt’ waarop aandelen verhandeld worden. Je koopt een aandeel in principe niet bij het bedrijf dat het aandeel heeft uitgegeven (bijvoorbeeld KPN), maar je koopt een aandeel van iemand die zijn aandeel in KPN wil verkopen. Dit gebeurt dus op de aandelenbeurs.
Er zijn honderden beurzen over de hele wereld. Nederlandse bedrijven worden in Nederland verhandeld op de Euronext in Amsterdam.
De Euronext ontstond in 2000 door een fusie van de beurzen van Parijs (ParisBourse), Brussel (Brussels Exchanges) en Amsterdam (Amsterdam Exchanges).
Op de Euronext in Amsterdam worden allerlei verschillende Nederlandse bedrijven verhandeld zoals Shell, Adyen, KPN, ING, ABN Amro, ASML, etc..
Bedrijven worden in principe verhandeld op een beurs in eigen land. De grootste beurzen van de wereld op een rij:
- USA: New York Stock Exchange (NYSE)
- China: Shanghai Stock Exchange
- USA: NASDAQ
- China: Shenzhen Stock Exchange
- Japan: Tokyo Stock Exchange
- Europa: Euronext
- UK: London Stock Exchange Group (LSE)
- Hong Kong: Hong Kong Stock Exchange
- Duitsland: Deutsche Börse (DTB)
- Korea: Korea Exchange
2.3 Wat is een index
Een index is niets meer dan een getal dat geplakt wordt op een mandje met financiële producten. In de meeste gevallen gaat het om een aandelen mandje.
Als voorbeeld de AEX. De AEX is een index van Nederlandse aandelen. Aandelen moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om in de AEX te komen. De samenstelling van dit mandje aandelen kan ook van tijd tot tijd verschillen. Sowieso hebben we bij de AEX de afspraak dat een aandeel niet meer dan 15% van de index mag zijn. Daarom wordt regelmatig overwogen welke aandelen in de AEX vallen. Bedrijven zoals Unilever of Shell kunnen namelijk een groot deel van de index op hun naam schrijven.
Naast de AEX zijn er tal van andere indexen. Denk aan de NASDAQ 100 of de S&P500. Vaak zijn het de grootste aandelen van een bepaalde beurs zoals de NASDAQ 100, maar in andere gevallen gaat het bijvoorbeeld om de grootste aandelen van een land zoals bij de S&P500. Dit zijn de 500 grootste bedrijven uit de Verenigde Staten. Ook deze lijst wordt regelmatig bijgewerkt. Bedrijven kunnen dus de index binnen komen, of juist buiten de index vallen omdat andere bedrijven groter zijn geworden.
Een index wordt voornamelijk gebruikt om te kunnen zien hoe de markt ervoor staat. Je kan je voorstellen dat een grote stijging of daling van één aandeel niet zo veel zegt over de markt. Als Volkswagen met een dieselschandaal komt en enorm daalt, wil dat niet zeggen dat de beurs in zijn algemeen daalt. Hetzelfde geldt voor een farmaceut die een nieuw medicijn heeft ontwikkeld. Dat ene aandeel zal hard stijgen, maar dat hoeft geen invloed te hebben op de gehele index.
Een index geeft dus een redelijk beeld van de algemene trend in de onderliggend aandelen. Je hoort verslaggevers daarom ook vaak zeggen hoeveel ‘punten’ de AEX of de NASDAQ gestegen of gedaald zijn. Zo weten alle investeerders in één oogopslag hoe de markt er op die dag voor staat.
Op het moment van schrijven vallen de volgende bedrijven binnen de AEX:
- Aalberts NV
- ABN Amro Bank NV
- Adyen NV
- Aegon
- Ahold Delhaize
- Akzo Nobel
- ArcelorMittal
- ASML
- ASR Nederland
- DSM
- Galapagos
- Heineken
- IMCD
- ING
- KPN
- NN Group
- Philips Koninklijke
- Prosus
- Randstad NV
- Relx
- Royal Dutch Shell
- Unibail-Rodamco
- Unilever
- Vopak
- Wolters Kluwer
2.4 Wat is een obligatie?
Een obligatie is min of meer het minder riskante broertje of zusje van een aandeel.
Een obligatie is een schuldbewijs van een lening. Het is een lening die (over het algemeen) een land, overheidsinstelling of onderneming met jou aangaat. Je leent dus een bepaald bedrag uit aan een bepaalde instantie.
Een obligatie heeft een van tevoren bepaalde vaste looptijd, welke meestal tussen de 5 tot 30 jaar ligt. Jaarlijks krijg je een vast of variabel rentebedrag uitgekeerd. Dit noemen we de coupon. Aan het eind van de looptijd wordt de obligatie weer afgelost.
Wanneer de uitgevende instelling tussendoor failliet gaat, kan je je investering kwijtraken. Omdat het vaak om overheden of grote bedrijven gaat is deze kans wel vrij klein.
Een obligatie wordt vaak gezien als een alternatief voor een spaarrekening of deposito spaarrekening. De belegger zet zijn geld langer vast en loopt daardoor meer risico. Wel ontvangt de belegger over het algemeen meer rente dan wanneer hij/zij het geld op een spaarrekening zou zetten.
Veel obligaties zijn genoteerd op een beurs. De koers wordt meestal uitgedrukt in een percentage van de nominale waarde. Dit is het bedrag dat bij aflossing weer terugbetaald wordt. Wanneer een koers 3% gedaald is zal het percentage dus op 97% staan.
Verschillende soorten obligaties
Er zijn verschillende soorten obligaties, ieder met hun eigen rendement-risico verhouding. Hoe meer risico, hoe meer rendement ja kan maken. Wil je minder risico lopen? Dan zal het rendement ook lager zijn.
De ene onderneming of overheid is kredietwaardiger dan de ander. Je kan je voorstellen dat je je geld liever aan de Nederlandse overheid uitleent dan aan de overheid van Venezuela.
Ook verschilt de rangorde van een obligatie bij faillissement. Hoe groter de kans op uitbetaling bij een eventueel faillissement is, hoe lager het rendement op de obligatie zal zijn. Wederom een kwestie van risico-rendement verhouding.
Naast de ‘gewone’ obligaties zijn er ook converteerbare-, eeuwigdurende- en gegarandeerde- obligaties. Hier zal ik verder niet verder op ingaan.
Hoe koop je obligaties
Zijn obligaties beursgenoteerd? Dan is het mogelijk om op ieder gewenst moment en zonder opzegtermijn of boete je geld op te nemen. Je kan de obligatie namelijk doorverkopen aan iemand anders.
Zoals ik al aangaf wordt de beurskoers van de obligatie uitgedrukt in procenten van de aflossingswaarde (ook wel nominale waarde genoemd). Obligaties kunnen gedurende de looptijd veranderen in waarde door de schommelende rentestand.
Voor wie zijn obligaties interessant
Obligaties zijn veel stabieler dan aandelen, waardoor je vermogen dus waardevaster is. Wel is het rendement op een obligatie beduidend lager dan het gemiddelde rendement op een aandeel.
Over het algemeen gaan beleggers steeds meer investeren in obligaties naarmate ze ouder worden. Wanneer je dichter bij je pensioenleeftijd komt wil je niet met je volledige vermogen in een aandelen crisis terecht komen. Het kan immers jaren duren voordat zo’n crisis er weer bovenop komt.
Een vuistregelen die vaak gehanteerd wordt is een percentage obligaties die gelijk staat aan je leeftijd. Ben je 50 jaar? Dan zou je met 50% van je vermogen in obligaties kunnen gaan zitten.
Persoonlijk bezit ik op het moment van schrijven géén obligaties. Puur omdat ik verwacht voor nog minstens 20 á 30 jaar te beleggen en ik er vanuit ga dat ik in die periode met aandelen veel meer rendement kan behalen. Ik verwacht dat ik over een jaar of 5 a 10 zal beginnen met investeren in obligaties.
2.5 Wat is een ETF
Een ETF is een geweldig product waarmee je, zeker als beginner, eenvoudig en goedkoop spreiding kan aanbrengen. Op deze manier beperk je je risico vanaf dag één.
Een ETF is eigenlijk een mandje met aandelen. Een ETF kan bijvoorbeeld alle aandelen van de AEX of S&P500 (indexen) bevatten, maar er bestaan ook ETF’s die bepaalde productgroepen of markten volgen.
Een ETF wordt ook wel een tracker genoemd. Wanneer de ETF een index volgt, wordt deze wel eens indextracker genoemd. ETF is de afkorting voor Exchange Traded Fund.
Een ETF heeft als doel om de onderliggende waarde te volgen. Bijvoorbeeld de onderliggende waarde van de AEX, de S&P500 of de wereldwijde markt.
Met een ETF ben je direct goed gespreid. Een goed voorbeeld is de VWRL ETF van VanGuard. Deze ETF is gespreid over meer dan 3.000 aandelen en kost op dit moment zo’n €82. Voor een paar tientjes zit je dus enorm goed gespreid in verschillende aandelen over allerlei markten en landen over de hele wereld.
Een ETF zal nooit een extreem hoog rendement geven. Een ETF geeft over het algemeen een gemiddeld rendement. VWRL bijvoorbeeld, zal net zo hard groeien of dalen als de wereldwijde markt. Dit komt doordat je met deze ETF in stabiele bedrijven zoals Coca-Cola zit, maar je zit ook in groeiende bedrijven zoals Tesla. Hierdoor behaal je nooit het hoogste rendement van al je vrienden, maar ook zeker niet het slechtste rendement!
Eerder gaf ik al aan dan 90% van de vermogensbeheerders de markt niet jaar op jaar kan verslaan. Een wereldwijde ETF kan je eigenlijk als markt zien. Een wereldwijde ETF zal jaar op jaar door een vermogensbeheerder verslagen worden, maar niet steeds door dezelfde vermogensbeheerder. De beheerder die het vorig jaar heel goed deed, kan dit jaar misschien wel onder de gemiddelde markt presteren. Met een goed gespreide ETF pak je dus een marktgemiddelde.
Wat is het verschil tussen een beleggingsfonds en een ETF?
Wellicht denk je na het lezen van bovenstaande uitleg wel: Is dat niet gewoon een beleggingsfonds?
Dat zou een logische gedachte zijn, want een ETF en een beleggingsfonds lijken enorm veel op elkaar. Er is wel één groot verschil tussen de twee.
Een beleggingsfonds heeft een manager die middels een actief beleid constant probeert een beter rendement te behalen. Deze manager zal regelmatig aandelen aankopen en verkopen om zo de markt te proberen te verslaan.
We hebben echter net besproken dat een vermogensbeheerder vrijwel nooit jaar op jaar de markt kan verslaan. Een ETF heeft géén manager en volgt gewoon de onderliggende waarde van die ETF. Bijvoorbeeld alle aandelen binnen de AEX.
Het voordeel hiervan is dat de kosten van een ETF erg laag gehouden kunnen worden. Een beleggingsfonds rekent al snel 1-2% vergoeding voor het actief beleggen van jouw vermogen. Een goede ETF heeft lage kosten, het liefst minder dan 0,30%.
Daarnaast is het dus ook een voordeel omdat vrijwel niemand erin slaagt om op de lange termijn de markt te verslaan. Ik ben niet op zoek naar buitenkansjes of een vermogensbeheerder die verwacht véél meer rendement te behalen dan de rest. Ik wil gewoon steady ieder jaar de markt volgen en zo over tientallen jaren mijn vermogen opbouwen.
Hoe wordt een ETF gemaakt?
Een ETF wordt opgesteld door een aanbieder van ETF’s. Bekende aanbierds zijn VanGuard, iShares en VanEck.
De aanbieder geeft dus de ETF uit en verkoopt dit product. Wordt bijvoorbeeld een ETF op de AEX verkocht en wordt er door beleggers 10 Miljoen euro geïnvesteerd? Dan zal de aanbieder voor 10 Miljoen euro aandelen in de AEX kopen. Dit is een fysieke ETF, waarbij de onderliggende waarde in het bezit van de aanbieder is. Het voordeel is dat jij en ik de ETF onderling kunnen verhandelen, terwijl de uitgever van de ETF niet meer of minder aandelen hoeft te kopen. Hierdoor blijven de kosten laag.
Er zijn ook zogenaamde synthetische ETF’s. Deze ETF’s zijn niet ‘gebacked’ door de onderliggende waarde en ze kennen daardoor wat meer risico.
2.6 Begrippenlijst voor Beleggers
Je weet nu wat aandelen, de beurs, een index, een obligatie en ETF’s zijn. Dat is de absolute basis als het gaat om beginnen met beleggen.
Er zijn honderden termen als het gaat om financiële producten. Ik kan natuurlijk deze hele lijst hier plaatsen, maar dat lijkt me niet erg bevorderlijk voor de cursus.
Binck heeft een ontzettend goede lijst met meer dan honderd financiële begrippen. Ze leggen stuk voor stuk uit wat de begrippen inhouden. Ik heb daarom ook besloten om naar deze begrippenlijst te linken en niet de hele begrippenlijst hier op te nemen.
Mijn advies is om er eens doorheen te scrollen en het een en ander te lezen. Sla de pagina vervolgens op bij je favorieten zodat je altijd terug kan kijken wanneer je een begrip tegenkomt waarvan je de betekenis niet weet.
De begrippenlijst van Binck is hier te vinden.
Heb je tot nu toe veel aan deze gratis mini cursus gehad? Ik heb een uitgebreide beleggerstraining met meer dan 6 uur aan videomateriaal ontwikkeld. Hier spijker ik je helemaal van A tot Z bij. Het is een betaalde training, het heeft me immers maanden gekost om dit alles voor je op te stellen. Bekijk de videotraining hier.
Klik hier om naar deel 3 van de cursus te gaan
Inhoudsopgave Cursus “Beleggen voor Beginners”
- Introductie
- Hoofdstuk 1: Waarom zou je beginnen met beleggen?
- Hoofdstuk 2: Begrijp de basis principes
- Hoofdstuk 3: Wanneer beginnen met beleggen
- Hoofdstuk 4: De risico’s van beleggen
- 4.1: Recessies en crashes zijn onvermijdelijk
- 4.2: De economie heeft zich tot nu toe altijd herstelt
- 4.3: Spreiding verlaagt het risico
- 4.4: Emoties gaan een rol spelen
- 4.5: Gretig bij een daling, voorzichtig bij een stijging
- 4.6: Handel rationeel, niet emotioneel
- 4.7: Ben sceptisch
- 4.8: Je bent zelf verantwoordelijk voor je handelen
- 4.9: Je bent niet de slimste persoon op aarde
- Hoofdstuk 5: Beleggingsdoel bepalen
- 5:1: Stel jezelf doelen, wat wil je bereiken en hoe kan je dit bereiken?
- 5.2: Beleggen voor de korte termijn vs de lange termijn
- 5.3: Hoeveel geld heb je nodig om te stoppen met werken?
- Hoofdstuk 6: Je beleggingstactiek
- 6.1: Dollar cost averaging
- 6.2: Investeren in groeiaandelen
- 6.3: Investeren in dividendaandelen
- 6.4: Investeren in ETF’s
- Hoofdstuk 7: Beginnen met beleggen
- 7.1: Verschillende brokers in Nederland
- 7.2: De kosten van beleggen beperken
- 7.3: Je eerste aandeel of ETF kopen
- Hoofdstuk 8: Je beleggingen monitoren
- 8.1: Beleggingen bijhouden in Excel
- 8.2: Vergelijk je rendement met de markt